Gepost in Werk en dagbesteding
Het Zorginstituut definieert passende dagbesteding als de match tussen wat de cliënt nodig heeft in combinatie met persoonlijke wensen (de vraag) en de 'randvoorwaarden en kenmerken' waaraan de dagbesteding voldoet (het aanbod). De keuze komt tot stand in overleg tussen cliënt en zorgaanbieder. Doelen voor een zinvolle daginvulling, anderen ontmoeten, netwerk opbouwen, iets doen voor een ander, een zinvolle bijdrage leveren aan de samenleving, structuur, de dagbesteding geeft een doel dat motiveert, en ontwikkeling of leren.
Er zijn grofweg 3 soorten dagbesteding;
1. Recreatieve, belevingsgerichte dagbesteding.
2. Ontwikkelingsgerichte dagbesteding, gericht op leren.
3. Arbeidsmatige dagbesteding.
Dagbesteding geeft dagritme, structuur, ontmoeting, persoonlijke ontwikkeling en zingeving. Daarnaast zien we dat dagbesteding ook dient als respijtzorg voor partners, ouders of verzorgers. Het is ook een manier om mensen de gelegenheid te geven thuis te wonen, zonder te veel van hun sociale omgeving te eisen. Voor ouderen geldt dat zij door dagbesteding ook langer thuis kunnen wonen.
Er zijn vele (vernieuwende) voorbeelden beschreven in het document "dagbesteding in ontwikkeling".
Het Zorginstituut heeft een afwegingskader opgesteld voor 'passende dagbesteding'. Het afwegingskader is algemeen toepasbaar; het is geen 'beslisboom', maar het laat ruimte voor individueel maatwerk. Lees de volledige handreiking.
Afdrukken
E-mailadres